Het Belgische onderwijs is niet beter, het is anders !


Woensdag 14 mei, BUDEL  

Het Belgische onderwijs is sinds enige jaren zeer in trek voor Nederlanders. Steeds meer ouders sturen hun kinderen naar een Belgische school, op alle niveau’s neemt de uittocht toe, van de kleuterschool tot in het hoger onderwijs. Ongeveer 14.000 Nederlandse kinderen gaan op dit moment naar een kleuter-, basis- of middelbare school in Vlaanderen. Een jaar of 5 geleden waren er dit nog minder dan 10.000. Ook in Cranendonck hoor ik steeds meer berichten dat ouders de voorkeur geven aan het Belgische onderwijs. Als voorzitter van het platform VOCAAL, dat strijdt voor kwalitatief goed middelbaar onderwijs in Cranendonck, vind ik dit een slechte ontwikkeling, die volgens mij in veel gevallen op een foutieve waardering van het onderwijs in de twee buurlanden is gebaseerd.

 

Er zijn veel argumenten die genoemd worden bij de onderwijskeuze. Iedereen heeft zo zijn eigen redenen en gedachten. En er is ook helemaal niets mis mee om te kiezen voor een Belgische school. Echter, op één punt wil ik toch bijzondere aandacht schenken en dat is de vergelijking van het karakter van de Nederlandse en Belgische onderwijssystemen. Naar mijn mening heerst er op dit moment een vertekend beeld over de verschillen in karakter tussen Nederlandse en Belgische scholen. Vaak hoor ik dat mensen hun kinderen naar Belgie sturen omdat ‘er meer orde en discipline heerst’, omdat ‘kinderen meer leren in Belgie’, ‘omdat er teveel vrijheid is in Nederland’, ‘omdat de kwaliteit van het praktijkonderwijs in Nederland ondermaats is’, etc. Dit soort kreten hoor ik steeds vaker en ik wil in het midden laten of ze waar zijn of niet, maar ik wil een poging wagen ze in een beter perspectief te plaatsen.

 

Objectief gezien is het onderwijs in Belgie moeilijk te vergelijken met dat van Nederland. Er zijn zeer veel verschillen, maar de sterkte van elk van de onderwijssystemen ligt op een verschillend terrein. En dan is het maar de vraag wat U op langere termijn van Uw kinderen verwacht wat de beste keuze is. Dat de verschillen groot zijn heeft te maken met het feit dat we in Nederland zeer veel en drastische vernieuwingen hebben doorgevoerd in het onderwijs in de afgelopen jaren: denk aan het studiehuis systeem in het voortgezet onderwijs en de vergelijkbare vernieuwingen die zijn doorgevoerd in het basisonderwijs en het hoger onderwijs. In Belgie daarentegen is er weinig vernieuwends te bespeuren. Er moet gezegd worden dat Nederland naar mijn mening wellicht te progressief is en te veel en te snel vernieuwt, zonder dat alle consequenties van de veranderingen goed zijn doordacht. Met andere woorden: ik denk dat het onderwijs in Nederland te voortvarend wordt vernieuwd, wat bijvoorbeeld ook af te leiden is van de vele veranderingen die nu nog steeds worden doorgevoerd om de fouten te herstellen die zijn aangebracht door de snelle invoering van het studiehuis systeem. Maar, er moet gezegd worden, beter veranderen en vernieuwen dan helemaal niets doen. En op dat laatste lijkt het veel meer in Belgie. Onze maatschappij verandert enorm, met grote snelheid en het is belangrijk dat het onderwijs mee verandert zodat onze kinderen goed zijn voorbereid als ze hun positie in deze nieuwe maatschappij gaan invullen.

 

Laten we de betekenis van deze vernieuwingen even onder de loep nemen. De recente vernieuwingen in Nederland hebben hoofdzakelijk tot doel de kinderen meer vanuit zichzelf te laten leren en studeren: leren op maat, ieder op z’n eigen tempo en niveau en gericht op z’n eigen belevingswereld. De taak van de leerkracht en docent verandert dan ook meer en meer van onderwijzer tot begeleider en coach. Het Nederlandse kernwoord is nu veel meer dan voorheen ‘kunde’, terwijl het Belgische onderwijs (zoals vroeger ook in Nederland) hoofdzakelijk is gericht op ‘kennis’. Bij ‘kennis’ gaat het er vooral om veel feiten te leren en onthouden. Bij ‘kunde’ is het belangrijker dat de kinderen de feiten goed kunnen gebruiken en toepassen in het dagelijkse leven en de praktijk. De eerlijkheid gebied te zeggen dat men in Nederland op dit punt overdrijft. Klassikaal lesgeven is min of meer uit den boze op dit moment vanwege de gedachte dat het veel effectiever is als kinderen zelf ontdekken hoe iets functioneert dan als ze dat wordt verteld. Dit geldt zeker voor de gemiddelde student maar dit kost ook de meeste tijd waardoor de aandacht voor andere belangrijke elementen in het gedrang komt.

 

Van het effect van de verschillen in aanpak in de Belgische en Nederlandse onderwijs systemen, zijn veel voorbeelden te geven, zowel op gebied van de exacte vakken als ook op het vlak van de talen. Een voorbeeld dat wellicht aanspreekt op dit punt is dat van de ‘kennis’ en ‘kunde’ van de Nederlandse taal. In Belgie richt men zich vooral op de structuur van de Nederlands taal, de grammatica en de spelling. Dat is ook de reden waarom juist de Belgen het Groot Dictee der Nederlandse Taal meestal winnen. In Nederland daarentegen gaat het meer om taalvaardigheid en het taalgebruik in de dagelijkse praktijk. Het resultaat hiervan is duidelijk te zien in de maatschappij. Kijk bijvoorbeeld naar een willekeurig programma op TV. De manier van praten en discussieren op Belgische zenders (denk aan presentatoren) staat in schril contrast met wat we te zien krijgen op de Nederlandse zenders. Dit is maar een eenvoudig voorbeeld, maar geeft toch ook een goede afspiegeling van hoe verschillend de onderwijs systemen zijn ingericht. Mensen in Nederland zijn daardoor in het algemeen veel vrijer en mondiger en Belgen zijn daarentegen veel serieuzer.

 

Vraag is nu: wat verwacht U van Uw kind na de opleiding ? Veel kennis, serieus en gedisciplineerd of juist meer uitgerust om problemen van deze tijd aan te pakken en minder formeer in aanpak. Als U besloten heeft wat U van Uw kind verwacht na zijn opleiding, kunt U een beter onderbouwde keuze maken.

 

Philip de Goey

philip@vocaal.org

Voorzitter platform VOCAAL

www.vocaal.org